In het arme en politiek verdeelde Bolivia krijgt hedendaagse kunst weinig aandacht. Na eeuwen van onderdrukking bloeien – mede dankzij president Evo Morales – juist de inheemse tradities en culturen weer op. Toch zijn er enkele bijzondere initiatieven die ook hedendaagse Boliviaanse kunst in de schijnwerpers willen zetten. Een reis langs culturele broedplaatsen in Santa Cruz, Cochabamba en La Paz.
Santa Cruz, de grootste en modernste stad van Bolivia, gelegen in de tropische Oriente, ademt politieke strijd. Leuzen vóór autonomie en tégen president Evo Morales – weinig fijnzinnige hartenkreten – domineren het straatbeeld. Vorig jaar liepen de gemoederen hoog op tussen voor- en tegenstanders van de president.
KIOSKO galería
Maar voor politieke schermutselingen ben ik hier niet. In een fraaie groene wijk net buiten het stadscentrum ligt KIOSKO galería. Binnen de muren van een modernistische villa uit 1969 broeden creatievelingen op ideeën om hun passie voor hedendaagse kunst vorm te geven. Grafisch ontwerper en kunstenaar Roberto Unterladstaetter (28) vertelt: “Met ons werk willen we tegenwicht bieden aan al het negatieve nieuws over deze regio. We willen laten zien dat er verschillende identiteiten bestaan; niet álle cruceños zijn rijk, conservatief of anti-Evo. Onze samenleving is juist een grote multiculturele mix, en velen staan open voor buitenlandse invloeden, zijn geïnteresseerd in kunst en vernieuwing. Het is fijn om deze andere, niet-stereotype kant van Santa Cruz te kunnen tonen, en daarmee ook een onbekend stuk Bolivia.”
Met de artiesten Raquel Schwartz en Sergio Antelo is Unterladstaetter mede-eigenaar van KIOSKO galería. Deze plek biedt sinds 2005 ruimte voor maandelijkse exposities, videokunstvertoningen, conferenties, ontmoetingen, lezingen, workshops. “Hedendaagse artiesten en designers zijn onze doelgroep. Talentvolle makers kunnen zich hier verder ontwikkelen en een internationaal netwerk opbouwen. Zo willen we de geïsoleerde positie van Boliviaanse kunstenaars doorbreken. Door een gemis aan goed kunstonderwijs, -promotie en –uitwisseling zijn Boliviaanse kunstenaars zowel binnen als buiten Latijns-Amerika relatief onbekend”, meent hij.
Unterladstaetter is dolblij met de recente steun uit Nederland
KIOSKO galería is gelieerd aan Simple Estudios, een ontwerpstudio voor visuele communicatie. Deze stelt ruimte en geld beschikbaar voor KIOSKO’s activiteiten. Het kunstinitiatief krijgt geen lokale, regionale of landelijke overheidssubsidie. Daarom is Unterladstaetter dolblij met de recente hulp uit Nederland: ontwikkelingsorganisatie Hivos en Stichting DOEN financieren vanaf 2007 een tweejarig residentieprogramma van KIOSKO. “Zonder hun steun was dit programma onmogelijk geweest”, benadrukt Unterladstaetter terwijl we naar de residencia lopen, een straat verderop.
Een sierhek biedt toegang tot een klein gelijkvloers huis. “Elke twee maanden verandert het interieur compleet, omdat KIOSKO steeds nieuwe kunstenaars uitnodigt die hier mogen wonen en werken. Sommigen houden het heel netjes en gebruiken alleen hun computer, anderen bouwen enorme installaties in alle vertrekken en maken er één grote werkplaats van”, licht hij enthousiast toe. De openbare eindpresentaties van deze artistieke ontdekkingstochten vinden plaats bij KIOSKO/Simple Estudios. Momenteel zijn Ramsés Larzábal (45) uit Venezuela en Eduardo Ribera (34) uit Bolivia te gast in de residentie.
gebroken hart
De in Santa Cruz geboren Ribera groeide op in La Paz, is architect en autodidactisch visueel kunstenaar. “Ik kende niet de juiste mensen, had geen kunstacademie gedaan, maar besloot in La Paz een atelier te huren. Toen gebeurden er twee dingen waardoor ik met mijn werk naar buiten trad: allereerst de aanslagen van 11 september 2001 in New York, ik was zo geschokt dat ik een installatie op straat maakte. En kort daarna liep ik met een gebroken hart rond. Ik was verliefd op een meisje én een jongen die op dezelfde dag in precies hetzelfde jaar geboren bleken te zijn. Voor beiden heb ik kunst gecreëerd van foto’s op posterformaat. Deze alter ego’s keren nog regelmatig terug in mijn werk.”
Als buitenstaander won Ribera (artiestennaam BlueBox) inmiddels diverse prestigieuze kunstprijzen voor zijn installaties en performances. Deze behandelen veelal taboeonderwerpen als homoseksualiteit, drugsmisbruik, militaire dictatuur en gekte. Sinds een jaar woont hij weer in Santa Cruz. “Het gesloten kunstwereldje in La Paz benauwde me, hier voel ik me vrijer en rustiger. Het is een unieke kans dat ik bij KIOSKO twee maanden lang fulltime met kunst bezig kan zijn. In de nabije toekomst hoop ik ook in Europa te kunnen werken. Dat is mijn grote droom.”
Slachthuis in Cochabamba
Van Santa Cruz ga ik naar Cochabamba, de derde stad van Bolivia. Hier in de centrale hooglanden is eveneens een bijzonder initiatief op het gebied van hedendaagse kunst te vinden. Een groep lokale kunstenaars kreeg het gemeentebestuur zover om in 2002 het eerste Concurso Nacional de Arte Contemporáneo (CONART) mee te financieren. Het succes van deze landelijke hedendaagse kunstbiënnale vroeg om een vervolg. En om meer ruimte.
De Spaans-Boliviaanse architect Fernando García (41) lanceerde toen een gewaagd plan: in de zona sur stond een leegstaand, vervallen slachthuiscomplex (matadero) dat het perfecte biënnaleterrein zou zijn. En zo geschiedde. CONART 2004 mocht hier worden georganiseerd. “Ik had al langer mijn oog laten vallen op dit negentiende-eeuwse complex. Het is een van de weinige overgebleven voorbeelden van industriële architectuur in Bolivia, en ik wilde het behoeden voor verval. Er restte bijna alleen nog een ruïne. Toen we het voormalige slachthuisterrein betraden, troffen we in en rondom de gebouwen allerlei voorwerpen aan uit vervlogen tijden.”
Om gezondheidsredenen was de slachthuisfunctie in de jaren tachtig van de vorige eeuw naar een andere wijk verplaatst. Sindsdien hadden buurtbewoners er onder meer een schooltje en een sportcentrum gerund. Ook lagen er bergen afval, waaronder drieduizend nummerborden. Daarvoor, tijdens de militaire dictatuur in de jaren zeventig, fungeerde het fabrieksterrein als gevangenis voor politieke tegenstanders, weet García.
uniek megaproject
Na afloop van de kunstbiënnale CONART 2004 wist de architect het gemeentebestuur van Cochabamba te overtuigen van zijn ambities voor het 2900 m2 grote terrein. Hier zou een uniek megaproject worden gerealiseerd: ‘mARTadero – broedplaats van de kunsten’. “Na eindeloos praten kreeg ik toestemming om de grond en gebouwen dertig jaar lang gratis te gebruiken. Met een groep kunstenaars die in mijn plannen geloofde, ben ik in 2005 verder gegaan met de omvangrijke restauratie van het complex. Iedereen werkt op vrijwillige basis mee, ook aan het artistieke programma. Er zijn nu verschillende ruimtes in gebruik voor exposities, workshops, vergaderingen en audiovisuele projecties. We hebben ook een cultureel café, een kantoortje, parkeerruimte en ateliers.”
“mARTadero is juist een ontmoetingsplek voor kunstenaars en wijkbewoners”
Overigens waakt García ervoor dat mARTadero een hoogdrempelige plek voor elitaire kunst wordt. “Nee, mARTadero is juist een ontmoetingsplek voor kunstenaars en wijkbewoners. In het begin was het moeilijk om het vertrouwen van de buurt te winnen; veel mensen waren onbekend met hedendaagse kunst en vonden het maar ‘eng’ wat hier gebeurde. Ook zorgden twee machtsgroepen in de buurt voor politieke problemen, maar die zijn gelukkig opgelost. Nadat we de mensen meer bij onze activiteiten betrokken, werden ze steeds enthousiaster. Jongeren en volwassenen bezoeken bijvoorbeeld onze concerten of volgen zelf een creatieve workshop. Voor kinderen uit de buurt hebben we kunstateliers en milieueducatielessen ontwikkeld. mARTadero is echt een sociaal én cultureel project.”
MTV Latinoamérica
García: “De kunstenaars die hier tijdelijk een atelier hebben, workshops geven of exposeren, vinden het erg inspirerend dat in hun omgeving ook wijkbewoners actief zijn. Deze interactie tussen verschillende bevolkingsgroepen is van grote betekenis in een etnisch verdeeld land als Bolivia. mARTadero wil een interculturele, politiek neutrale plek zijn die via kunst en cultuur een constructieve bijdrage levert aan sociale verandering.” Voor dit ideaal en de geslaagde uitwerking ervan won García met zijn team in oktober 2007 een prijs van MTV Latinoamérica.
“We blijven hard werken aan sociale interactie binnen mARTadero. In de praktijk blijkt het vrij moeilijk om contact te maken met de inheemse bevolking. Terwijl het juist heel interessant is om mensen uit inheemse culturen intensiever bij onze projecten te betrekken. Vandaar dat we nu via non-gouvernementele organisaties proberen een goede ingang te vinden en de culturele uitwisseling met de inheemse bevolking te vergroten.”
“Ik ben idealistisch maar ook superrealistisch. Het opbouwen van mARTadero is alleen mogelijk geweest dankzij de vele vrijwilligers en incidentele sponsors. Dit jaar hoop ik extra fondsen te werven om een staf van vijf medewerkers te kunnen gaan betalen.” Vanuit politieke hoek verwacht García geen financiële steun. “President Evo Morales heeft ons project eens bezocht, maar verder krijgen we weinig aandacht van Boliviaanse politici. Op dit moment heeft Cochabamba een burgemeester die niet cultural minded is. Met het oog op de nieuwe verkiezingen eind dit jaar legt hij zijn prioriteiten elders.”
internationalisering
De Nederlandse ambassade in La Paz ziet wel het belang van mARTadero in. Als onderdeel van haar cultuurbeleid stelde ze 15.000 dollar beschikbaar voor de bouw van kunstenaarsresidenties op het voormalige slachthuiscomplex. Op die manier wil de Nederlandse ambassade culturele uitwisseling tussen Bolivia en de rest van de wereld stimuleren. Ruim baan voor internationalisering dus. Op dit vlak heeft Bolivia een achterstand in te halen op omringende landen als Argentinië, Chili en Brazilië.
“In twee zijvleugels hebben we onlangs gloednieuwe woon-, werk- en slaapvertrekken ingericht. Hier kunnen geïnteresseerde buitenlandse kunstenaars tegen een geringe betaling enkele weken of maanden aan de slag, individueel of juist samen met anderen. Aan elkaar en ons publiek presenteren ze de artistieke resultaten van hun verblijf. De eerste artiesten uit Zweden, Argentinië en Chili hebben we al in huis gehad”, aldus García.
hoofdstad la paz
“Het is moeilijk om in Bolivia hedendaagse kunst te maken. Overheidssteun, de kunstopleidingen en de rest van de culturele infrastructuur zijn zeer gericht op traditionele kunsten. Mensen begrijpen niet waar je mee bezig bent. Er zijn geen goede musea, galeries of bibliotheken waar je meer kunt leren over ontwikkelingen in de internationale kunstwereld, dus om te studeren moet je eigenlijk op reis. Dat kost geld, daarom moeten mensen hun artistieke werk vaak combineren met een commerciële baan”, schetst de vijfentwintigjarige María Schneider – zelf dj – het probleem voor jonge, vernieuwende kunstenaars. Toch doet zich nu in de hoofdstad La Paz een kans voor om talentvolle hedendaagse artiesten een podium te bieden.
“Overheidssteun, de kunstopleidingen en de rest van de culturele infrastructuur zijn zeer gericht op traditionele kunsten”
Op een kantoor in de hippe wijk Sopocachi geeft Schneider uitleg. “In La Paz wordt dit jaar de tweehonderdste verjaardag van de eerste Onafhankelijkheidsproclamatie op het Latijns-Amerikaanse continent gevierd. Dit valt samen met het uitroepen van La Paz tot Ibero-Amerikaanse Culturele Hoofdstad 2009. Een jaar lang worden culturele activiteiten georganiseerd in en rond het centrum. De nadruk ligt op folkloristische feesten, maar bij uitzondering heeft de overheid ook 300.000 bolivianos, zo’n 30.000 euro, beschikbaar gesteld voor ‘visuele kunsten’. Het stadsbestuur van La Paz heeft mij ingehuurd om dit programmaonderdeel te organiseren”, zegt Schneider. “In totaal zijn er acht activiteiten om de inwoners van La Paz te laten kennismaken met hedendaagse kunst. We willen het publiek verrassen, bijvoorbeeld met optredens in de openbare ruimte, en elke activiteit een educatief aspect meegeven. Daarbij kun je denken aan lezingen en workshops.”
Performances
Schneider betrekt jonge kunstenaarscollectieven, landelijke en internationale artiesten bij haar programma. Tijdens mijn verblijf in La Paz vindt de activiteit Artería plaats. Op en rond Plaza Murillo, het plein waaraan het presidentiële paleis grenst, ontvouwt zich een estafette van performances en video-optredens. Onder de zes deelnemende kunstenaars bevinden zich Roberto Unterladstaetter en Eduardo Ribera ‘BlueBox’ uit Santa Cruz. Laatstgenoemde neemt, onberispelijk gekleed in het wit, drie slaappillen in en vlijt zich dan op een matras, midden op een drukke voetgangerszone tegenover het Nationale Museum van de Kunst. Passanten reageren onwennig op de slapende man, duidelijk geen zwerver.
Gekke gringo
Een dag later zet BlueBox zijn ervaringen op papier. Tijdens zijn urenlange performance heeft hij in een roes veel uiteenlopende reacties gehoord, van verbazing, onbegrip, ergernis en spot tot vijandigheid. Door zijn blanke uiterlijk werd hij door de meeste indiaanse omstanders aangezien voor ‘gekke gringo’. Een simpele daad om als niet-arme sloeber op straat te gaan slapen, wekt blijkbaar veel angst op bij de mensen. Voor nu luidt zijn diagnose: ‘La Paz is ziek: van racisme, afgunst en frustratie.’ Ribera wil zijn actie graag herhalen in andere steden, om de reacties te vergelijken. Wellicht treffen we hem in de toekomst op Nederlandse bodem aan.
Deze reportage verscheen in LA Chispa – magazine over Latijns-Amerika en de Cariben (augustus 2009).