‘Buona sera. Welke maat schoenen heeft u?’, vraagt de eigenaresse van Ca’ della Corte na aankomst in romantisch Venetië. Ik zit nu warm en droog. Nog even. Voor morgen geldt code oranje: rond koffietijd wordt het hoogste waterpeil verwacht. Vooral in de wijk San Marco, het politieke en religieuze hart van de steeds verder zakkende stad.
Geen paniek: de onvoorbereide gast krijgt kekke rubberlaarzen, slechts 4 maten te groot. Een kniesoor die daarover struikelt. En het schijnt prachtig te zijn, de ochtendzon op het wassende water. Spannend.
Ja, het water rijst de volgende dag tot grote hoogte. De oplossing blijkt simpel: geen zevenmijlslaarzen, wel vroeg aan boord van de riviertaxi. Tijd voor een bezoek aan de Venetiaanse Biënnale. Een langgekoesterde wens die in vervulling gaat. Het tweejaarlijks overzicht van de mondiale kunst telt dit jaar maar liefst 88 landenpresentaties. En verspreid over de stad zijn er nog tientallen expositieplekken.
Zo is de hoofdexpositie ‘Il Palazzo Enciclopedico’ (The Encyclopedic Palace) te zien in het Arsenale-complex, een oude scheepswerf waar vroeger koopvaardijschepen werden gebouwd. Hier staan fascinerende kleimonsters van de Japanse kunstenaar Shinichi Sawada (1982). Hij is zwaar autistisch en spreekt nauwelijks. Sawada uit zich via zijn persoonlijke mythologische figuren. Daar zitten vaak honderden handgemaakte kleispijkers in.
Hierna volgt de Giardini. Het belangrijkste biënnaleterrein in Venetië is gevuld met landengebouwen uit de hele wereld. Zo ontwierp Gerrit Rietveld in 1953 het Paviljoen Olanda. Kunstenaar Mark Manders leeft zich er dit jaar uit met ‘Room with Broken Sentence’. In het Russisch paviljoen neemt het publiek deel aan een performance rond het thema kapitalisme. Vrouwen wagen zich – gewapend met paraplu – in een stortregen van gouden munten. Toch wel lachen, met Poetin’s kunstzinniger onderdanen.
Het duizelt me inmiddels, alle WereldKunst. Maar zeer de moeite waard, deze 55e editie van de in 1895 opgerichte ‘Biennale di Venecia’. Dat geldt ook voor de bonte stoet rubberlaarzen en eeuwenoude architectuur, als smakelijke side dish. Het wordt nog beter.
Op 21 november is het Madonna della Salute. Vaporettolijn 1 meert ’s ochtends aan bij de Santa Maria della Salute. Naar dit barokke godshuis maken Venetianen vandaag een bedevaart om het eind van de pestepidemie van 1630 te vieren. In de kerk ruikt het naar kaarsvet en mottenballen; de wintermantels zijn uit de kast gehaald voor deze jaarlijkse mis. Ook ’s avonds stroomt de Santa Maria della Salute weer vol.
Een onvoorzien slotuitje. Op mijn laatste dag in Venetië tracht ik over land Open Design Italia te bereiken. Een presentatie van kleinschalige, duurzame ontwerpers in een oude terminal San Basilio. Het water staat nog steeds hoog. En het blijft regenen. Met hulp van goedingewijde locals – kruip door, sluip door – lukt het ternauwernood op mijn niet 100% waterproof laarzen. What a thrill.
Eenmaal binnen volgt een korte ontmoeting met de ontwerpers Marlies van Putten en Rutger de Regt (werkzaam in Den Haag). Samen met eveneens jong talent Lenneke Langenhuijsen en de al bekendere Claudy Jongstra zijn beiden hier present – op uitnodiging van de Nederlandse ambassade. Geestdriftig vertellen ook de aanwezige Italiaanse ontwerpers over hun creaties. Alberto Casati ontwierp bijvoorbeeld lampen van bamboeblad, als ‘bouwpakket’ te koop. En Matteo Dallagiacoma maakt houten meubelen. Met zijn trotse vader (buiten beeld) bouwde hij zijn stand.
Zondag verlaat ik de stad van het Ultieme Waterballet met een beloftevol zonnetje.
Venice, you put a spell on me.