Het leven in Chili’s hoofdstad Santiago lijkt soms één groot feest. In de vele uitgaansgelegenheden wordt volop gelachen, gedronken, gegeten en geflirt. De militaire dictatuur van weleer lijkt lang vervlogen. Maar wie verder kijkt, zal merken dat op sommige plekken het grimmige verleden haast nog voelbaar is.
Het is een ware sensatie, vliegen op Santiago de Chile. De hoofdstad van dit smalle, langgerekte land in Latijns-Amerika’s zuidpunt ligt aan de voet van het Andesgebergte; het vliegtuig scheert over pieken van een paar duizend meter hoog. En opeens ligt daar de stad met zijn uitdijende buitenwijken. In het verstedelijkt gebied Gran Santiago wonen zo’n 6 miljoen Chilenen – eenderde van de bevolking. Pal in het centrum biedt de Santa Lucía-heuvel een 360 graden view op de metropool. Onderaan deze heuvel stichtte de Spaanse veroveraar Pedro de Valdivia op 12 februari 1541 officieel Chili’s hoofdstad. Hij ontwierp een historisch stadshart, dat nu schuilgaat achter blinkende wolkenkrabbers.
Santiago moderniseert en globaliseert. Maar sommige dingen veranderen nooit: de eerste kolonisten moeten ook vol verrukking hebben gestaard naar de rode zonnegloed op de besneeuwde Andestoppen. En eeuwen later treffen de mensen elkaar nog steeds op Plaza de Armas – Santiago’s eerste openbare ruimte uit 1541. Jong en oud, bewoners en toeristen, straatverkopers en muzikanten, verliefde stelletjes en de lonely hearts, iedereen trekt naar dit grote plein. In de nabijgelegen uitgaanswijken Lastarria en Bellas Artes vind je koffiehuizen, restaurants, bars en theaters. De mensen eten, drinken, lachen en flirten er bij het leven. Hun stad is veilig, overzichtelijk en schoon – zeker vergeleken met andere Zuid-Amerikaanse metropolen. Wonen in Santiago lijkt één groot feest.
Schaduwkanten
Maar vergis je niet. Santiago kent zijn schaduwkanten. De werkloosheid is hoog en het verschil tussen arm en rijk groot. Bovendien zijn de wonden van Chili’s dramatische verleden nog niet geheeld. Van 11 september 1973 tot 11 maart 1990 ging de bevolking gebukt onder een repressief militair bewind, nadat de gekozen president Salvador Allende werd afgezet door generaal Augusto Pinochet. Die droge feiten zijn mij bekend. Anno nu lijkt de hele militaire dictatuur toch erg op een soort ver-van-je-bed-show. Ik ruk mij los uit de mooie parken en levendige winkelstraten, en ga op zoek naar Santiago’s grimmige verleden.
Een goed startpunt is het Museum van de Herinnering en Mensenrechten in de wijk Yungay. Dit enorme gebouw werd in januari 2010 geopend door Michelle Bachelet, Chili’s eerste vrouwelijke president. Hier dringt de wreedheid van de militaire dictatuur in elke vezel tot de bezoeker door. Vlak na binnenkomst stuit je op een reusachtige wand. Er hangen duizenden foto’s van mensen die later zijn gemarteld, vermoord, of spoorloos verdwenen. Achter glas staat een stille getuige van Chili’s zwartste dag in de geschiedenis: een verwrongen typemachine uit het gebombardeerde Moneda-paleis. Daar pleegden rechtse militairen op 11 september 1973 een staatsgreep, onder leiding van generaal Pinochet.
In de ochtend sprak de socialistische president Allende het Chileense volk nog tweemaal toe op de radio, voordat het leger alle zenders uit de lucht haalde en een hevig luchtbombardement uitvoerde. Allende werd dood aangetroffen in de Salón Independencia (Onafhankelijkheid), met een geweer in zijn handen. Naast een groepje Chileense pubers – opgegroeid in de nieuw herwonnen democratie – bekijk ik originele filmbeelden en geluidsopnamen van deze dag: in een vol koffiehuis luisteren mensen gespannen naar Allende’s laatste radiotoespraak. Ontzetting en verslagenheid op alle gezichten bij zijn afscheidswoorden. Eén vrouw stort huilend ineen.
Geheime gevangenis
Na het indrukwekkende museumbezoek kijk ik met andere ogen naar het nieuw herrezen Moneda-paleis aan Plaza de la Constitución. Om de dag vindt hier om 10.00 uur de wisseling van de wacht plaats. Militairen paraderen en musiceren er, terwijl een versteende president Allende toekijkt. Zijn standbeeld aan dit plein is een van de weinige monumenten die aan hem herinnert. Enkele blokken zuidwaarts, vlakbij de markante San Francisco-kerk, bevindt zich nog een ‘duistere’ locatie. In een gezellig buurtje met op Parijs geïnspireerde pronkhuizen, ligt het pittoreske straatje Londres. Daar, op nummer 38, richtte de nationale inlichtingendienst DINA in september 1973 haar eerste geheime gevangenis en martelcentrum in voor tegenstanders van de militaire dictatuur.
Sinds 2005 is ‘Londres 38’ een nationaal monument en herinneringscentrum. Leopoldo Montenegro, oud-professor geschiedenis en sociale wetenschappen, geeft gratis rondleidingen in dit spookachtige gebouw. Tot eind 1974 beleefden ruim 2000 Chilenen hier hun hel. Van de 96 personen die zijn vermoord of spoorloos verdwenen, waren 86 niet ouder dan dertig jaar, 12 moesten zelfs nog twintig worden. Bijna alle Londres-slachtoffers waren lid van de revolutionaire MIR-partij, of studenten en intellectuelen die sympathiseerden met de sociale hervormingen van president Allende.
Oud-professor Leopoldo is zelf ook opgepakt tijdens de militaire dictatuur. Hierop vertelt mijn enige medebezoeker, Galo, dat hij in 1973 een jochie van twaalf was. Hij leerde al jong dat je niemand kon vertrouwen en gevaar altijd op de loer lag. Vanaf het moment dat Allende stierf, werden in héél Chili mensen opgepakt en naar geïmproviseerde gevangeniskampen gebracht. Alleen al in Santiago waren er meer dan tachtig: in geheime privéhuizen zoals Londres 38, maar ook in scholen en openbare gebouwen. Berucht is Chili’s Nationaal Stadion, dat vele duizenden politieke gevangenen herbergde. Hier zat ook korte tijd de Nederlandse journalist Koos Koster opgesloten. Hij overleefde zijn gevangenschap in Chili maar werd later vermoord in El Salvador.
Deuken in het regime
De junta van generaal Pinochet verachtte het socialisme, en koos voor een neoliberale koers. Vakbonden en politieke partijen werden verboden, de democratische grondwet afgeschaft, en burgerlijke grond- en vrijheidsrechten telden niet langer. Vanaf 1983 waren er massale protesten tegen de dictatuur. Toch hield Pinochet stand tot 5 oktober 1988. Op die dag verloor hij een volksstemming over zijn wel of niet aanblijven als president tot 1997. Eindelijk lukte het zeventien lange tijd verboden oppositiepartijen om een front te sluiten tegen de generaal.
Na weer echte presidentsverkiezingen in 1989 keerde in 1990 de democratie terug. Pinochet is nooit veroordeeld voor zijn misdaden. Tot 1998 was hij te machtig als onafzetbaar legercommandant. Na die tijd hebben rechters aanklachten onderzocht, kreeg hij huisarrest en werd zijn immuniteit opgeheven, maar hij stierf aan een hartaanval voor hij was veroordeeld. Uitgerekend op 10 december, de internationale Dag van de Mensenrechten.
Er is nog één locatie die ik wil bezoeken: de centrale begraafplaats van Santiago. Hier vond op 4 september 1990 de herbegrafenis plaats van Allende. Zijn stoffelijk overschot had tot die tijd in een naamloos graf in Viña del Mar gelegen. Voor hem en ruim 3000 andere vermoorde en vermiste slachtoffers van de militaire dictatuur is een monumentale muur opgericht. De gegraveerde namenlijst is angstaanjagend lang. Onderaan de muur liggen rotsblokken. Ertussen ingelijste foto’s, bloemen, briefjes en andere voorwerpen om de verloren geliefden te herdenken.
Bohemienwijk
Tijd om terug te keren naar het hedendaagse, gezellige Santiago. Temidden van druk kwebbelende studenten, kantoorlui en straatverkopers steek ik vanuit het centrum de Mapacho-rivier over naar Barrio Bellavista. In deze kosmopolitische bohemienwijk krabbelden de mensen weer op, na de verstikkende dictatuur. De straten vol terrasjes en kleurige gevels zijn een lust voor het oog. En daar is Patio Bellavista al, een geliefd complex met kunstzinnige winkeltjes en internationale horeca. De restaurantjes puilen uit. Ook vandaag wordt hier weer druk gegeten, gedronken, gelachen en geflirt bij het leven. Proost! Op de Chileense vrijheid.
Het artikel ‘Chilenen koesteren hun vrijheid’ verscheen in de door mij samengestelde landenuitgave TE GAST IN Argentinië en Chili (1e druk, maart 2012). Vijf gastauteurs en ik gidsen de lezer in 14 persoonlijke verhalen door deze twee magnifieke landen op onze aardbol.
© Selma Kers/Uitgeverij Informatie Verre Reizen