Vanaf Den Haag en een vliegveld in de mist naar de AVE hogesnelheidstrein in Madrid. Zes beweeglijke uurtjes zoef ik met de hogesnelheidstrein naar Al-Andalus, het zuiden van Spanje dat ooit deel uitmaakte van een machtig Moors rijk.
Kwart voor vijf. De wekker gaat voor wereldreiziger Kers. Off we go. Ik en mijn gloednieuwe ultralichte koffer-op-wieltjes-in-rood. Buiten dikke mist. Shit. Hoe werkt die lichtschakelaar ook alweer? Afgeleid door wegafzettingen mis ik prompt de afslag naar het in nevelen gehulde vliegveld. Na een officieuze pirouette vanuit de berm en een waarschuwing van een tegenligger doemt alsnog Rotterdam The Hague Airport op. Klokslag zes uur opent de slagboom van lang parkeren.
Het vliegtuig zit ramvol. Grapjes van medepassagiers na het opgewekte praatje van onze ‘niet-depressieve’ piloot. De rampvlucht van Germanwings is tweeënhalve week geleden. Regen bij het opstijgen, zware bewolking en nog steviger buien bij het landen. Na krap twee uur ligt Madrid aan onze voeten. De hoogstgelegen hoofdstad van Europa. Dat u en ik het weten. Rood Rolding en ik passen nog net in de klaarstaande airport express naar het stadscentrum. Over een aparte rijstrook voor openbaar vervoer loodst de buschauffeur ons door de ochtenddrukte. Ik herken de statige Gran Vía, Plaza de Cibeles en Paseo del Prado van een eerder bezoek aan Madrid. Dan naderen we het imposante treinstation Atocha met zijn grote koepel, gebouwd in 1851.
In en rond Atocha vond op 11 maart 2004 een terroristische aanslag plaats. Bij bomexplosies in vier forensentreinen – de dodelijke bommen verstopt in rugzakken – kwamen 191 mensen om. Er vielen 1857 gewonden. Gedacht werd aan de Baskische afscheidingsbeweging ETA, het bleek Al Qaida. Precies een jaar later wijdde de toenmalige Spaanse koning Juan Carlos bij het station een herdenkingsmonument in voor de slachtoffers van de aanslag.
Deze heftige gebeurtenis en het herdenkingsmonument ontgaan me volkomen als ik via roltrappen Atocha binnenzoef. Bij de Klantenservice voor lange afstanden staan dito lange wachtrijen. Ik zie een kaartautomaat en selecteer met hulp van een aardige Spaanse een stoel in een AVE hogesnelheidstrein. Die al binnen enkele minuten vertrekt. Oei. Een spurt volgt naar het juiste perron (de hulpvaardige dame komt me nog achterna met mijn geprinte betaalbewijs). Pas als mijn trolley door een scanapparaat moet, begint het te dagen. ‘Strenge beveiliging, oh ja, bomaanslag, hier.’
Een hooggehakte blonde conductrice in koket uniform ziet deze kleine noorderling aankomen rennen, na nog een controlepoort. Nèt op tijd bij wagon 8 naar binnen. Verhit doch triomfantelijk plof ik neer. Al-Andalus wacht. Het zuiden van Spanje dat ooit deel uitmaakte van een machtig Moors rijk. Rond enen zal ik rondlopen in het warme Córdoba, aan de rivier Guadalquivir. Sms’je naar gastvrouw Carmen, trein gehaald, ¡hasta pronto! Op naar de restauratiewagen. Ik voel me als een Dutch fly on the wall, in dit Spaanse kippenhok. Bestel een tostada. Geniet van de kakofonie en het voorbijtrekkende landschap in de regio’s Madrid, Castilië-La Mancha en Andalusië. Glooiende heuvels, olijfgaarden, kasteelruïnes. En dat rond koffietijd.