Na eerdere werkervaring bij de Raad voor Cultuur (het wettelijke adviesorgaan van de regering en het parlement op het terrein van kunst, cultuur en media) en het Fonds Podiumkunsten (hét cultuurfonds voor muziek, muziektheater, dans, theater en festivals in Nederland), kreeg mijn haat-liefdeverhouding met het bureaucratische proces rond cultuurbeleid een enorme boost. Nog wel in mijn eigen stad, Den Haag.
In het grotere geheel gezien een bescheiden rol, maar voor mij persoonlijk was het een mega-intensieve klus: meeschrijven aan het Advies Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur 2017-2020 van de gemeente Den Haag. Voor niet-ingewijden: in dit Advies geeft een onafhankelijke adviescommissie een oordeel over subsidie-aanvragen van culturele instellingen die een meerjarige subsidie van de gemeente willen krijgen. Waarbij de vraag (immer) het beschikbare cultuurbudget overstijgt. Zorgvuldig wikken en wegen dus.
‘Van dichtbij meemaken hoe adviescommissies tot een afgewogen, inhoudelijk oordeel komen over subsidieaanvragen op het gebied van kunst en cultuur, en dit vervolgens helder op papier uitwerken, vind ik boeiend aan het ondersteunende schrijfwerk. Bij de beoordeling treffen beleid en praktijk elkaar, en de ingediende aanvragen zijn zeer verschillend – van sommige plannen spat de gedrevenheid af, andere blijven keurig binnen de lijntjes maar zijn weinig prikkelend. De uitkomst is soms verrassend’, zo typeer ik op LinkedIn de aantrekkingskracht der dingen.
Na vier maanden inlezen, samenvatten, vergaderen, notuleren, uitwerken, plenair verder vergaderen en finetunen zat de klus erop. In een drukbezochte zaal van de Centrale Bibliotheek overhandigde Kees Weeda, voorzitter van de adviescommissie Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur 2017-2020, op 29 april jl. het eerste exemplaar van Bouwen aan Kunst en Cultuur aan wethouder cultuur Joris Wijsmuller. Eenmaal thuis, na een afscheidslunch met de adviescommissie en mede-schrijvers, bladerde ik door mijn eigen exemplaar (met speciale aandacht voor de teksten over theater, dans, muziektheater, oude en nieuwe muziek). Gek hoe zo’n intensieve periode in een compact, vierkant boekje eindigt.
Voor de culturele instellingen die een subsidieaanvraag hebben gedaan, is de finish nog niet in zicht. Op 29 juni gaf het college van burgemeester en wethouders zijn visie op het Advies. Momenteel kunnen de instellingen tot 22 juli hún zienswijze indienen bij het college. In oktober stelt de gemeenteraad het Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur 2017-2020 definitief vast bij de begrotingsbehandeling. Dan is het Haagse cultuurbeleid voor de komende vier jaar een feit. Met (immer) winnaars en verliezers.