In alle vrijheid aan een nieuw levensjaar beginnen in wereldstad Berlijn, dat leek me toll (wat nou sneu om je verjaardag ‘alleen’ te vieren). Maar bovenal kon ik precies rond 2 november een paar dagen weg, tussen werk en filosofiecursus door. Unterwegs dus, naar het stadsdeel Mitte.
Bij Unter den Linden stap ik uit de vliegveldbus, tussen de Staatsoper en de Humboldt-Universität (Karl Marx studeerde hier). Het is ongewoon zacht voor een novemberdag. Bomen in herfsttinten en prestigieuze gebouwen staan langs de beroemde avenue – platgebombardeerd en weer opgeknapt. Dichtbij ligt Museumsinsel, een tot werelderfgoed verklaard eiland in de rivier de Spree. Vanaf de trappen voor de Berliner Dom zien mensen de zon zakken. Een korte wandeling verder ligt het dramatische verleden voor het oprapen: mijn appartementje bevindt zich in het Scheunenviertel, het hart van de joodse gemeenschap in Berlijn. Pal naast de oudste joodse begraafplaats (tussen 1672 en 1827 in gebruik) in de Große Hamburger Straße.
Spoorloos verdwenen is het eerste joodse bejaardentehuis van de stad, dat hier ooit stond. In 1942 werd dit gebouw – samen met een aangrenzende joodse school – door de Gestapo ontruimd en ingericht als Sammellager. Verzamelpunt. Voor het deporteren van tienduizenden Berlijnse joden naar de concentratiekampen bij Theresienstadt en Auschwitz. In 1943 – na de laatste transporten – werd het bejaardentehuis afgebroken. En het Alter Jüdischer Friedhof, waar zo’n 10.000 joden lagen begraven, door de Gestapo ontmanteld. Nu herinneren een beeldengroep, informatiepanelen en een monument voor de verlichtingsfilosoof Moses Mendelssohn (1729-1786) aan deze tijden.
Het trieste verleden van het Scheunenviertel mag de pret niet drukken: deze historische buurt blijkt een levendige wijk met theaters, musea, galeries, gerestaureerde binnenplaatsen met hippe winkels en horeca die de hele wereldkeuken vertegenwoordigt. Ik beland in een Italiaans restaurant, steek iets zwaarder de Spree weer over, en blijf maar lopen over Unter den Linden – tot aan de verlichte Brandenburger Tor (‘Ich bin ein Berliner’, u weet wel, JFK 1963). Ooit de poort tussen Oost- en West-Berlijn. Tot 1989 afgesloten door de Muur. Vanavond is de doorgang vrij, staan er fietstaxi’s, toeristen met selfie sticks, en maak ik desgevraagd Facebook-plaatjes voor vier pubers en een stel.
Allerzielen. Reeds lang wakker als mijn lief zijn jarig jobje op een fatsoenlijk tijdstip belt. Nog steeds zeer vroeg waag ik mij buiten voor ontbijtinkopen. Berlijn is aangenaam voor ochtendmensen; er heerst bedrijvigheid op straat, bakker, bio- en gewone supermarkt zijn al open. En de zon schijnt ook weer enthousiast. Vandaag is het maandag. Ik heb een early bird-bezoek aan de 368 meter hoge Fernsehturm in petto. En ga ondergronds met Berliner Unterwelten.