Verscholen achter een hoge muur, ergens in een buitenwijk van de Boliviaanse stad Cochabamba, staat een bijzonder opvangcentrum: moeders en kinderen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld kunnen hier op adem komen. Psychotherapeute Ruth Hinojosa leidt rond op haar werkplek.
Medewerkers van het regiokantoor van Terre des Hommes in Cochabamba, de derde stad van Bolivia, weten precies waar de taxi moet stoppen. Pas na telefonisch contact zwaait een poort zonder naambordje of huisnummer open. Eenmaal over de drempel ontvouwt zich een minidorpje. Hier vangt projectpartner INFANTE slachtoffers van huiselijk geweld op. Voor moeders is er het Casa de la Mujer (vrouwenhuis), voor kinderen het Estrellita Warita-centrum (‘sterretje’ in het Spaans en het Indiaans). Nieuwsgierig volgen ze het bezoek van buitenaf.
“Momenteel zijn er dertig kinderen die hier intern verblijven met hun moeders, dat duurt maximaal drie maanden”, legt coördinator María del Carmen Villarroel uit, “en er zijn vierendertig kinderen uit de buurt die twee jaar lang ons centrum kunnen bezoeken – vanaf het ontbijt tot en met het avondeten. Zij slapen wel thuis. Hun moeders zijn vaak oud-deelneemsters van ons hulpprogramma, die na een hoop ellende hun gewelddadige partners hebben verlaten, hier zijn hersteld en nu proberen een onafhankelijk bestaan op te bouwen.” Alcoholisme, armoede en de grote ongelijkheid tussen mannen en vrouwen zijn de belangrijkste redenen voor vrouwen en kinderen om naar Infante te vluchten.
Cirkel van geweld
“Veel vrouwen gaan na hun interne verblijf toch terug naar hun partner, met de kinderen. Helaas begint de vicieuze cirkel van geweld dan vaak opnieuw. In dat geval kunnen ze nogmaals drie maanden worden opgevangen”, vult psychotherapeute Ruth Hinojosa aan. Sinds anderhalf jaar werkt zij voor Infante. Ruth is gespecialiseerd in het behandelen van kinderen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld, maar werkt ook met de moeders. “En zonodig praat ik met de vaders, als dit in het belang is van het kind. Want hoewel de moeder een slechte relatie heeft met haar echtgenoot, kan een kind een goede band hebben met zijn vader en hem erg missen. Als de kinderen het willen, mogen hun vaders ze bezoeken. Dat gebeurt vanzelfsprekend op een andere locatie, want dit is een toevluchtsoord.”
Ruth: “Elk kind is uniek en draagt veel met zich mee. Sommigen zijn zeer gestrest door de gespannen situatie thuis, anderen vinden het huiselijk geweld heel normaal, want weten niet beter. Wij leren ze dat dit níet normaal en onacceptabel is. Als kinderen in het opvangcentrum komen, observeer ik eerst hun gedrag en probeer ik langzaam empathie en vertrouwen op te bouwen. Ze zijn vaak heel verlegen, bang of emotioneel sterk afhankelijk van hun moeder, en hebben veel moeite om relaties aan te knopen. Ik stem mijn behandeling af op de individualiteit en gewoonten van een kind, en de tijd die het nodig heeft om bepaalde stappen te maken.”
Op doordeweekse dagen biedt het Estrellita Warita-centrum van 8 tot 18 uur een programma. Tussen het ontbijt en avondeten door is er ruimte voor therapeutische, educatieve en ontspanningsactiviteiten. De planning is zo opgezet, dat één groep kinderen ‘s ochtends naar school gaat en ’s middags de activiteiten in het centrum volgt, en de andere groep juist ’s middags naar school gaat. “We werken met een dagelijks terugkerend tijdschema, zodat kinderen leren omgaan met discipline en huisregels. Dat zijn ze van hun ouders niet gewend“, vertelt Ruth. Voor de moeders in het Casa de la Mujer is er een apart programma van psychologische hulp en gezondheidszorg. Ook krijgen ze steun bij het zoeken naar werk, om economisch zelfstandig te worden.
Beschermheer
Tijdens een rondgang over het terrein wijst Ruth op David (2) en Eymi (17 maanden), twee aandoenlijke dreumesen. “Toen David bij Infante terechtkwam, praatte hij helemaal niet. Andere kinderen slaan was zijn enige communicatiemiddel. Ik heb hem inmiddels geleerd dat het beter is om te praten, en dat het beter is om mensen te beschermen dan te slaan. Als het even kan, neemt hij nu zijn iets jongere vriendje Eymi als een echte beschermheer onder zijn hoede. Op weg naar de eetzaal, op weg naar de speelruimte. Dat is een belangrijke levenservaring voor hem.”
Na een bezoekje aan de keuken, waar enkele deelneemsters uit het vrouwenhuis enorme pannen met eten bereiden voor de warme lunch, ontmoet ik Davids moeder in een van de woonvertrekken. Op de vlucht voor huiselijk geweld belandde Martha met haar vier zoontjes in het opvangcentrum van Infante. Martha was acht maanden zwanger en heeft sterk getwijfeld of ze haar vijfde kind na de bevalling wel wilde houden. Tot haar verrassing kreeg ze onlangs een dochtertje, waarvan ze nu net zoveel houdt als van haar andere kinderen. “De situatie van Martha’s partner is nog instabiel, maar hij doet zijn best om zijn rol als vader weer te kunnen vervullen en zijn kinderen te geven waar ze recht op hebben”, zegt Ruth later. Het is toch even slikken dat Martha wellicht een van die vrouwen is die teruggaat naar haar partner en opnieuw in een spiraal van geweld zal belanden.
Deze reportage over INFANTE verscheen in Terre Magazine, jaargang 10 nummer 3 (sept.-nov. 2009).
© Openingsbeeld: Terre des Hommes