Tientallen jaren na hun dood brengen Juan Perón en zijn geliefde Evita de Argentijnse gemoederen nog hevig in beroering. Dat geldt ook voor de Vuile Oorlog. In 1983 werd de democratie hersteld, maar het duistere verleden spookt nog driftig rond in Buenos Aires.
Hij is nog alom aanwezig: generaal Juan Domingo Perón, de meest geliefde én gehate Argentijn van de 20e eeuw. Op straatposters, foto’s en schildersportretten staart hij fier voor zich uit, de vakbonden koesteren zijn gedachtegoed en de Peronistische partij heeft veel succes in de landelijke politiek. Ook zijn tweede vrouw Mariá Eva Duarte de Perón is nog altijd zeer populair onder brede lagen van de bevolking. Ze werd liefkozend Evita genoemd, wat zoveel betekent als ‘kleine Eva’. Vanwege haar liefdadigheidswerk wordt zij geëerd in Museo Evita. Dit gebouw opende op 26 juli 2002 zijn deuren, precies een halve eeuw nadat Evita op 33-jarige leeftijd overleed aan kanker.
In het museum wordt de bezoeker meteen omringd door oude film- en geluidsopnamen. Te zien is hoe de voormalige toneel-, film- en hoorspelactrice met haar vlammende toespraken grote mensenmassa’s in vervoering bracht. Als weldoenster van de minderbedeelden groeide zij bijkans uit tot heilige; na haar dood namen miljoenen Argentijnen intens verdrietig afscheid van hun volksheldin. Ook in de rest van de wereld is er een mythe ontstaan rond de persoon van Evita, vooral door de gelijknamige populaire musical die later is verfilmd met Madonna in de hoofdrol; het lied Don’t cry for me Argentina was een wereldhit.
Staatsgrepen en chaos
Evita wordt – net als haar man Perón – niet alleen bewonderd, maar ook verguisd door velen. Waarom brengen zij na hun dood nog steeds zo’n grote onrust teweeg bij de Argentijnen? Deskundigen uit binnen- en buitenland hebben hierover boeken volgeschreven[SK1]. Simpel gezegd zien tegenstanders Perón en Evita als aanstichters van de zware politieke en economische crises die het land in de tweede helft van de 20e eeuw teisterden. Sinds Perón’s presidentschap in 1946 hebben de echtelieden met hun populistische bewind de toch al moeizame verhoudingen tussen het Argentijnse leger, de elite, middenklasse en armen verslechterd. Met het aanwakkeren van zoveel verdeeldheid onder het volk konden staatsgrepen en chaos niet uitblijven. Na Perón’s dood op 1 juli 1974 brak een burgeroorlog uit. En die resulteerde in de verschrikkelijke dictatuur van de Vuile Oorlog.
Op het balkon van Casa Rosada, het presidentieel paleis aan Plaza de Mayo, werden Evita en Perón ooit door honderdduizenden aanhangers toegejuicht. Binnen is een permanente expositie te zien over de woelige staatsgeschiedenis van Argentinië. Uit de foto’s en teksten blijkt hoezeer de Argentijnse samenleving al was verdeeld vóór de komst van Perón: sinds 1880 was de politieke en economische macht in handen van de estancieros (grootgrondbezitters). Het waren vooral hoge legerofficieren die na bloedige militaire expedities in de 19e eeuw – waarbij tienduizenden indianen systematisch werden verjaagd of vermoord – miljoenen hectare vruchtbare pampa[SK2] onder elkaar hadden verdeeld. Door strategische huwelijken werd het familiebezit soms uitgebreid tot honderdduizend hectare of meer. In korte tijd werden zo’n driehonderd families puissant rijk.
Runderdynastieën
De groeiende export van wol, graan en vlees maakte Argentinië rond 1900 tot een van de tien rijkste landen ter wereld. De runderdynastieën – ook wel ’de eigenaren van Argentinië’ genoemd – veranderden het oude koloniale Buenos Aires in de meest wereldse hoofdstad van het continent. Ondertussen nam het verzet van de groeiende stedelijke middenklasse en arme immigranten tegen het elitaire machtsbolwerk toe. Ze werden geïnspireerd door socialistische, anarchistische en revolutionaire denkbeelden uit Europa.
Dankzij de invoering van het algemeen mannenkiesrecht in 1912 kwam tussen 1916 en 1930 eindelijk een burgerpartij aan de leiding: de Radicale Burgerunie. Na een periode van voorspoed grepen militairen echter de macht, gesteund door de grootgrondbezitters. Opeenvolgende regeringen toonden openlijk hun sympathie voor het fascistische Italië en Spanje en het nazistische Duitsland.
Spreekbuis van de armen
Eind jaren dertig verschijnt Perón op het politieke toneel. Als vrij onbekende kolonel was hij verbonden aan de Argentijnse ambassade in Rome, en groeide zijn bewondering voor Mussolini en Hitler-Duitsland. Terug in Argentinië nam hij deel aan de pro-nazistische staatsgreep van 1943. Als minister van Oorlog – en later minister van Arbeid en vice-president – werd Perón spreekbuis van de armen. In 1946 kwam hij, met Evita aan zijn zijde, op democratische wijze aan de macht met steun van de arbeiders, vakbonden en de arme bevolking van de grote steden.
Vlak na Perón’s aantreden als nationaal leider groeide de economie van Argentinië dankzij graanleveranties aan het verwoeste, naoorlogse Europa. De president investeerde fors in sociale voorzieningen, steun aan de armen en de opbouw van staatsindustrieën. In de museumzaal van Casa Rosada hangt een geschilderd staatsieportret van Perón en Evita uit deze gloriedagen; ze lijken onoverwinnelijk.
Maar na de dood van Evita ging het bergafwaarts: Perón’s bewind kreeg autoritaire trekken en zijn geleide prijspolitiek pakte dramatisch uit: particuliere ondernemers lieten na te investeren en door de torenhoge overheidsuitgaven raakte de staatskas in snel tempo leeg. Bovendien joeg Perón de machtige katholieke kerk tegen zich in het harnas door het katholieke onderwijs onder staatscontrole te plaatsen, godsdienstonderwijs te verbieden, echtscheiding te legaliseren en bordelen openlijk toe te staan.
Militaire Dictatuur
In 1955 vluchtte Perón na een militaire coup het land uit. Het peronisme werd als politieke beweging verboden. Maar na een aaneenschakeling van staatsgrepen, verkiezingen, stakingen, protesten, guerilla-aanslagen en repressie mocht Perón in 1973 terugkeren naar Argentinië. Hij werd opnieuw nationaal leider. Het lukte hem echter niet om de sociale en politieke tegenstellingen te verzoenen. Na Perón’s dood in 1974 raakten links en rechts, vakbonden, knokploegen, guerillagroepen, het leger en clandestiene paramilitaire groepen verzeild in een burgeroorlog. Perón’s derde vrouw, Isabel, was totaal incapabel als president en werd in 1976 gearresteerd. Een militaire junta (raad van commandanten) greep de macht. Zo begon de Militaire Dictatuur, die uitmondde in de Vuile Oorlog en naar schatting tussen de 15.000 en 30.000 slachtoffers eiste.
Falkland-veteranen
Na deze indrukwekkende geschiedenislessen begeef ik mij van Casa Rosada naar Plaza del Congreso. Recht tegenover het parlementsgebouw spreken twee Falkland-veteranen me plotseling aan. Ze vragen of ik een foto van ze wil maken. Voor Marcos Toledo en Carlos Acuna is dit hun vertrouwde demonstratieplek; dagelijks vestigen ze met hun aanwezigheid en spandoeken publieke aandacht op de slechte behandeling van de ongeveer 10.000 soldaten die in de Falklandoorlog van 1982 vochten.
De Argentijnen noemen de Falklandeilanden in de zuidelijke Atlantische Oceaan – sinds 1833 een Britse kolonie – hardnekkig las Malvinas en beschouwen deze als nationaal territorium. Tijdens de Vuile Oorlog besloot het militaire regime op 2 april 1982 de eilandengroep te bezetten, om het patriottisme te voeden en de groeiende sociale en politieke onrust te stoppen. Het strijdplan mislukte. Op 16 juni gaven de Argentijnse troepen zich over aan het Britse leger. Een dag later hief de militaire junta zichzelf op.
Flinke dreun
Zo kwam een einde aan de Vuile Oorlog én kreeg het nationalisme een flinke dreun. De Argentijnse dienstplichtigen, veelal jonge naïevelingen, werden het symbool voor deze nederlaag en eenmaal thuis aan hun lot overgelaten. “We kregen geen psychologische hulp, geen baan, geen veteranenpensioen, helemaal niets”, moppert Carlos. “Als je hier ooit terugkomt, gaan we mate drinken, afgesproken?”, roept Marcos me na. Ik moet nodig alle informatie en indrukken verwerken. Zelfs wie reusachtige oog- en oorkleppen draagt, kan er niet omheen: de lucht in Buenos Aires staat bol van een roerige geschiedenis.
Het artikel ‘Een roerige geschiedenis’ verscheen in de door mij samengestelde landenuitgave TE GAST IN Argentinië en Chili (1e druk, maart 2012). Vijf gastauteurs en ik gidsen de lezer in 14 persoonlijke verhalen door deze twee magnifieke landen op onze aardbol.
© Selma Kers/Uitgeverij Informatie Verre Reizen